In Roemenië en Bulgarije worden consumenten opgeroepen om supermarkten te boycotten vanwege de hoge inflatie in beide landen. In Roemenië heeft een extreemrechtse groepering het initiatief genomen om consumenten aan te moedigen om lokale markten en buurtwinkels te steunen in plaats van grote supermarktketens. De inflatie in Roemenië wordt toegeschreven aan hoge schulden en vertraagde hervormingen in het corrupte land, met een stijging tot 5,5% in 2024 en een piek van 14% in 2022.
De leider van de extreemrechtse partij Aur, George Simon, steunt de boycot en benadrukt de enorme winsten die buitenlandse ketens behalen. In Kroatië heeft een soortgelijke boycot eerder geleid tot een sterke daling in de omzet van supermarkten. De Roemeense regering heeft echter gewaarschuwd dat de boycot schadelijk kan zijn voor lokale producenten die hun producten verkopen in grote supermarkten.
Desondanks hoopt de agrarische vakbond Pro Agro dat de protestbeweging het bewustzijn van consumenten zal vergroten en de autoriteiten zal dwingen actie te ondernemen tegen de dominantie van multinationals die prijzen opleggen. In Bulgarije, het armste land van Europa, heeft de inflatie in 2022 15% bereikt en ook daar wordt opgeroepen tot een boycot van supermarkten.
Verschillende organisaties in Bulgarije roepen op tot een maximumprijs voor basisvoedingsproducten en willen op 13 februari laten zien dat er een boos maatschappelijk middenveld is dat actie eist. Op sociale media worden burgers aangemoedigd om niet toe te geven aan de isolationistische partijen en om te winkelen met een Europese vlag in de hand. De situatie in Roemenië en Bulgarije laat zien dat de hoge inflatie een grote impact heeft op de bevolking en dat consumenten bereid zijn om actie te ondernemen tegen de prijsstijgingen in supermarkten.