Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft Rusland veroordeeld voor het invoeren van wetten na de invasie van Oekraïne die gericht zijn op het onderdrukken van kritiek op de oorlog. De rechtbank, gevestigd in Straatsburg, constateerde meerdere schendingen van het Europees Verdrag inzake mensenrechten en concludeerde dat er een systematisch plan was om verslagen over de oorlog in Oekraïne te beperken. Dit plan onthulde een gecoördineerde poging om kritiek te onderdrukken voorafgaand aan de invasie van Moskou.
Het EHRM behandelde zaken van 178 personen die waren veroordeeld op basis van de nieuwe wetten die waren ingevoerd aan het begin van de oorlog, evenals van de onafhankelijke journalistieke organisaties Novaya Gazeta en Dojd TV, die werden gesloten door de autoriteiten. De rechtbank concludeerde unaniem dat artikel 10 van het Verdrag werd geschonden, aangezien Russische rechtbanken alle rapporten en verklaringen beschouwden die afweken van de officiële verklaringen over de invasie van Oekraïne als criminele delicten.
Na de invasie van Oekraïne werd Rusland uitgesloten door de Raad van Europa in maart 2022 en is sinds september 2022 geen lid meer van het Verdrag, maar blijft verantwoordelijk voor schendingen die tot die datum zijn begaan. Het EHRM houdt toezicht op het Europees Verdrag inzake mensenrechten in de 46 landen die het hebben ondertekend.
De veroordeling van Rusland door het EHRM toont aan dat er ernstige schendingen zijn geweest van de vrijheid van meningsuiting en dat kritiek op de oorlog in Oekraïne actief werd onderdrukt. Het is belangrijk dat landen verantwoordelijk worden gehouden voor dergelijke schendingen en dat de vrijheid van meningsuiting en journalistiek wordt beschermd in alle omstandigheden.