Cyprus zal de Britten compenseren die in 2019 in Ayia Napa zijn verkracht, waarbij Israëlische verkrachters nooit zijn gestraft. De Cypriotische autoriteiten hebben de zaak van de Britse toeristen verkeerd afgehandeld nadat ze beweerden slachtoffer te zijn van verkrachting door 12 Israëli’s, waarvan sommigen minderjarig waren. De vrouw werd uiteindelijk veroordeeld en kreeg een gevangenisstraf van vier maanden met schorsing, terwijl de Israëli’s vrijgelaten werden en vrijwel nooit gestraft zijn.
De zaak zorgde voor verontwaardiging bij activisten voor vrouwenrechten, die vonden dat de vrouw behandeld werd als de beklaagden in plaats van als slachtoffer. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat de Cypriotische autoriteiten hun verplichting om de klacht van de vrouw effectief te onderzoeken hebben geschonden en dat ze artikel 3 en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens hebben geschonden.
De vrouw heeft uiteindelijk een compensatie van 20.000 euro en 5.000 euro aan uitgaven ontvangen. Het Hof benadrukte de problemen met het forensisch onderzoek en het falen van de autoriteiten om consensus te overwegen. Er werd ook opgemerkt dat de autoriteiten de verklaringen van de verdachten die beweerden dat er geen verkrachting had plaatsgevonden, zonder enig substantieel onderzoek hebben aanvaard.
De zaak heeft de aandacht gevestigd op het belang van een zorgvuldig onderzoek naar verkrachtingszaken en het respect voor slachtoffers. Het is een trieste zaak waarin gerechtigheid niet volledig is nagestreefd, maar de compensatie voor het slachtoffer is een stap in de goede richting. Het is belangrijk dat dergelijke zaken serieus worden genomen en dat de daders verantwoordelijk worden gehouden voor hun daden.