Minstens drie mensen zijn omgekomen bij een poging om het Kanaal over te steken naar Engeland, nabij de Franse kust bij Calais. Dit heeft een Franse ambtenaar bevestigd.
Noodoproep en reddingsoperatie
Zondagochtend omstreeks 6.15 uur werd alarm geslagen. Reddingsdiensten vonden de lichamen van de slachtoffers ongeveer 45 minuten later. De burgemeester van Sangatte, Guy Allemand, bevestigde dat drie mensen om het leven zijn gekomen. Zeven anderen werden in kritieke toestand opgenomen voor intensieve zorg.
Hij verklaarde: “Het stopt nooit. De overtochten volgen elkaar voortdurend op, zonder enige pauze.”
Volgens lokale media zijn ongeveer vijftig migranten overgedragen aan de zorg van de Franse humanitaire organisatie Utopia 56. Sommigen werden naar een marinebasis in Sangatte gebracht voor medische hulp, terwijl tien mensen met ernstige onderkoeling door brandweerlieden werden behandeld.
Grootschalige reddingsoperatie
De Franse marine zette een helikopter in om deel te nemen aan een grootschalige reddingsoperatie bij het strand van Sangatte, in de buurt van Calais. Een politiewoordvoerder verklaarde dat meerdere mensen in het water terechtkwamen terwijl ze probeerden aan boord te gaan van een overvol vaartuig.
Toenemend aantal slachtoffers
Met de drie nieuwe sterfgevallen komt het aantal dodelijke slachtoffers bij mislukte overtochten dit jaar op 76. Het Kanaal blijft een belangrijke route voor migranten die proberen het Verenigd Koninkrijk te bereiken. Volgens officiële gegevens kwamen zaterdag 322 migranten aan met zes boten, en op eerste kerstdag maakten 451 mensen de oversteek met 11 kleine boten. Dit is het tweede hoogste dagtotaal in december, na een piek van 609 mensen op 12 december.
Migratiestatistieken
Tot nu toe hebben in 2024 ongeveer 35.491 migranten met kleine boten het Kanaal overgestoken, een stijging van 21% ten opzichte van vorig jaar, maar 22% lager dan in 2022. De meeste boten vertrekken vanaf de noordelijke kust van Frankrijk.
De Britse regering heeft herhaaldelijk benadrukt de overtochten te willen stoppen, omdat deze “levens in gevaar brengen en de grensveiligheid ondermijnen”.