Het vertrouwen in de woningmarkt vertoont een stijgende lijn, vooral onder bestaande woningbezitters die profiteren van overwaarde. Dit blijkt uit een recent onderzoek van ING, waaruit blijkt dat driekwart van de huiseigenaren aangeeft overwaarde te hebben. De stijging van huizenprijzen, hypotheekaflossingen en woningverbeteringen dragen bij aan deze overwaarde. Voor veel woningbezitters is deze overwaarde niet alleen een financieel voordeel, maar ook een belangrijke buffer voor de toekomst en een mogelijkheid om hun woning te upgraden.
De stijgende woningprijzen zijn echter zorgwekkend voor starters op de woningmarkt. In oktober stegen de prijzen van bestaande woningen met maar liefst 11,5 procent ten opzichte van een jaar eerder, waarbij de gemiddelde prijs nu op 467.355 euro ligt. Dit maakt het voor starters bijzonder moeilijk om een woning te kopen, vooral omdat bijna de helft van de huiseigenaren denkt dat ze hun woning zonder overwaarde niet hadden kunnen kopen.
Voor starters is de situatie op de woningmarkt des te frustrerender. Een aanzienlijk percentage, 85 procent, beschouwt de overwaarde van bestaande huiseigenaren als de belangrijkste oorzaak van de ongelijkheid op de woningmarkt. Dit leidt tot een gevoel van oneerlijkheid, vooral bij jongeren en huurders. De nieuwe Wet betaalbare huur, die sinds juli in werking is, lijkt de situatie voor huurders verder te verergeren. Deze wet kan verhuurders aanzetten tot het verkopen van huurwoningen, wat het aanbod van middenhuurwoningen vermindert.
Ondanks de frustratie die starters ervaren, toont een deel van hen begrip voor de situatie van huiseigenaren. Ongeveer 35 procent van de starters vindt dat woningbezitters de overwaarde verdienen, gezien hun investeringen in de woning en de gemaakte onderhoudskosten. Dit wijst op een zekere sportiviteit onder starters, die erkennen dat de keuzes van bestaande eigenaren hen nu bevoordelen.
Desondanks blijft de realiteit dat veel starters het financieel moeilijk hebben. Bijna 68 procent van de ondervraagde starters geeft aan niet genoeg budget te hebben om een woning te kopen of dat ze binnen hun huidige budget geen geschikte woning kunnen vinden. De hoge huurprijzen maken het voor hen vrijwel onmogelijk om te sparen voor een eigen woning, en velen stellen het kopen van een huis uit in de hoop op betere financiële omstandigheden.
Deze ongelijkheid in de woningmarkt roept vragen op over de toekomst van starters. Terwijl de woningbezitters zich gelukkig prijzen met hun overwaarde, blijven veel starters in de wachtkamer zitten, hopend op een kans om ook in de woningmarkt te stappen. Het contrast tussen de ervaringen van huiseigenaren en starters wordt steeds duidelijker, met groeiende zorgen over de toegankelijkheid van de woningmarkt voor de jongere generaties.