De Britse regering heeft vandaag strengere regels aangekondigd om de ontwikkeling van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties in Engeland te beperken. Deze installaties verbranden afval om elektriciteit op te wekken, maar stoten schadelijke gassen uit die slecht zijn voor het milieu.
Momenteel wordt bijna de helft van het huishoudelijk afval in het Verenigd Koninkrijk verbrand. Uit een recent onderzoek van de BBC bleek dat het verbranden van afvalzakken, wat aanzienlijke hoeveelheden koolstofdioxide vrijgeeft, even schadelijk is voor het klimaat als het verbranden van steenkool.
De nieuwe regels bepalen dat toekomstige afvalverbrandingsinstallaties alleen kunnen worden gebouwd als ze aan strikte eisen voldoen, zoals het verminderen van de hoeveelheid afval die naar stortplaatsen gaat of het vervangen van oudere, minder efficiënte installaties.
De regering hoopt dat verbeteringen in recycling en hergebruik ertoe zullen leiden dat er in de toekomst minder afval verbrand hoeft te worden.
Hoewel deze aankondiging geen algeheel verbod of moratorium is zoals in Wales en Schotland, worden de nieuwe maatregelen door sommige industrieën voorzichtig verwelkomd. Milieugroeperingen hopen dat dit de bouw van nieuwe installaties zal stoppen.
Achtergrond van het probleem
De afgelopen decennia hebben regeringen geprobeerd de hoeveelheid afval op stortplaatsen te beperken vanwege de methaanuitstoot, een krachtig broeikasgas. Door hogere belastingen op stortplaatsen zijn veel gemeenten overgestapt op afvalverbranding. Vaak worden deze installaties gebouwd in achtergestelde gebieden, wat tot groeiende weerstand heeft geleid.
In Runcorn, Cheshire, bijvoorbeeld, betaalde de exploitant van de grootste afvalverbrandingsinstallatie van het VK meer dan £1 miljoen aan lokale bewoners vanwege klachten over geluid, stank en andere nadelige effecten.
Daarnaast draagt het verbranden van plastic, dat is gemaakt van fossiele brandstoffen, bij aan de uitstoot van koolstofdioxide en schaadt het het klimaat.
Nieuwe eisen voor verbrandingsinstallaties
Volgens de nieuwe regels moeten toekomstige installaties:
- Aantonen dat ze de hoeveelheid afval naar stortplaatsen verminderen.
- Klaar zijn om koolstof af te vangen die vrijkomt tijdens het verbranden.
- Warmte gebruiken die tijdens het proces wordt gegenereerd, bijvoorbeeld voor lokale verwarming of industriële toepassingen.
Op dit moment exporteren slechts negen van de 52 grote verbrandingsinstallaties in het VK warmte op deze manier.
Reacties en verwachtingen
Volgens minister Mary Creagh markeert dit beleid een omslagpunt: “We hebben te lang vertrouwd op het verbranden van afval in plaats van gemeenschappen te ondersteunen bij het langer in gebruik houden van hulpbronnen.” Ze benadrukt dat nieuwe installaties alleen mogen worden gebouwd als ze efficiënt zijn en bijdragen aan de netto-nul-doelstellingen.
De regering schat dat tegen 2042 voldoende capaciteit aanwezig zal zijn om 17,6 miljoen ton afval te verwerken, terwijl de huidige installaties al bijna 18,8 miljoen ton aankunnen. Hierdoor is er slechts een beperkte behoefte aan nieuwe installaties.
Milieuactivisten zoals Shlomo Dowen van de UK Without Incineration Network (UKWIN) juichen de erkenning van de regering toe dat verdere uitbreiding niet nodig is. “Dit kan leiden tot de stopzetting van huidige plannen voor nieuwe installaties en investeringen in recycling, hergebruik en andere duurzame oplossingen,” aldus Dowen.
De toekomst van afvalbeheer
Hoewel afvalverbranding nog steeds een rol zal spelen in regio’s waar recyclinginfrastructuur onvoldoende ontwikkeld is, lijkt het tijdperk van nieuwe verbrandingsinstallaties in Engeland ten einde. De nadruk verschuift naar hogere niveaus in de afvalhiërarchie, zoals reparatie, hergebruik en recycling, wat kan bijdragen aan een duurzamere toekomst en nieuwe werkgelegenheid.