Het recente bezoek van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Analena Burbok, en haar Franse collega, Jean Noël Barot, aan Syrië heeft enige ophef veroorzaakt vanwege de ontvangst door Ahmad al-Sara, ook bekend als Abu Muhammad al-Jolani, de feitelijke leider van het land sinds de val van Bashar al-Assad. Tijdens de ontmoeting schudde al-Sara alleen de hand van Barot en niet van Burbok, vanwege principiële redenen waarbij hij geen hand schudt met vrouwen.
De ontvangst van de twee ministers werd over het algemeen als vriendelijk beschouwd door buitenlandse media, ondanks het ongemakkelijke moment tussen al-Sara en Burbok. Het feit dat Burbok zonder handdruk werd ontvangen door functionarissen van de Hayat Tahrir al-Sham, die één hand op het hart legden, wierp ook vragen op over de behandeling van vrouwen door de huidige heersers van Syrië.
De parallellen met het ‘Sofa Gate’ incident tijdens het bezoek van Ursula von der Leyen en Karel Michel aan Turkije werden ook opgemerkt. Tijdens dat bezoek waren er slechts twee stoelen en een bank beschikbaar, waardoor Von der Leyen gedwongen was om op de bank plaats te nemen, terwijl Michel en Erdogan op stoelen zaten. Dit leidde tot kritiek op het niveau van de Europese Unie vanwege de vermeende belediging voor de Commissie en voor vrouwen in leidinggevende posities.
Het gebaar van al-Sara om geen hand te schudden met Burbok kan worden gezien als een uiting van zijn overtuigingen en principes, maar roept ook vragen op over gelijkheid en respect voor vrouwen in Syrië. Het incident benadrukt de complexe politieke en sociale dynamiek in het land na de val van Assad en de uitdagingen waarmee de nieuwe regering te maken heeft bij het waarborgen van de rechten van alle burgers, ongeacht geslacht of achtergrond.