De Japanse staat wordt door een man gevraagd om een vergoeding van 1,2 miljoen euro na 46 jaar onterechte gevangenschap. De man, wiens terdoodveroordeling werd vernietigd na een lange juridische strijd, werd uiteindelijk vrijgesproken van de viervoudige moord waarvoor hij in 1968 was veroordeeld. Zijn zus, Juao Hakamanda, speelde een sleutelrol in de zaak en heeft gevochten voor gerechtigheid.
De rechter oordeelde dat het bewijsmateriaal tegen Hakamanda “geconstrueerd” was en dat de ondervragingen die hij onderging “onmenselijk” waren. Hakamanda en zijn advocaten hebben hoger beroep ingesteld en eisen meer dan 1,2 miljoen euro als compensatie van de Japanse staat. Dit bedrag is het maximumbedrag dat de Japanse wetgeving toestaat voor veroordeelden die uiteindelijk worden vrijgesproken.
De jarenlange detentie en de constante dreiging van executie hebben een ernstige impact gehad op de geestelijke gezondheid van Hakamanda. Zijn advocaat, Hidegue Ogaua, hoopt dat de financiële compensatie zal helpen om hem en zijn zus de rust te geven die ze verdienen. De advocaat benadrukt dat het bedrag nog steeds niet voldoende is gezien de verschrikkelijke ervaringen die Hakamanda heeft moeten doorstaan.
De zaak van Hakamanda werpt een schrijnend licht op het falen van het rechtssysteem en de menselijke fouten die kunnen leiden tot onschuldige mensen die worden veroordeeld. Het is een herinnering aan de kwetsbaarheid van het rechtssysteem en de noodzaak van nauwkeurigheid en rechtvaardigheid in elk juridisch proces. Hopelijk zal de zaak van Hakamanda bijdragen aan een grotere bewustwording en hervormingen om dergelijke tragedies in de toekomst te voorkomen.