De Hongaarse premier, Viktor Orbán, heeft verklaard dat het tijd is om de sancties van de Europese Unie tegen Rusland op te heffen. Volgens Orbán moet de EU zich aanpassen aan een nieuw tijdperk, nu Donald Trump terug is in het Witte Huis en een ‘sanctievrije’ relatie met Rusland nastreeft. Orbán beweert ook dat de sancties die de Amerikaanse regering aan zijn stafchef, Antal Rogan, had opgelegd, er alleen maar toe hebben geleid dat diens positie werd versterkt. De VS legden eerder deze maand sancties op aan Rogan wegens vermeende corruptie.
Orbán’s standpunt over het opheffen van de sancties tegen Rusland komt op een moment van toenemende spanningen tussen de EU en Rusland. De sancties werden in 2014 ingesteld als reactie op de annexatie van de Krim door Rusland en de destabilisatie van Oost-Oekraïne. De EU heeft de sancties sindsdien herhaaldelijk verlengd, maar Orbán vindt nu dat het tijd is om een nieuwe benadering te overwegen.
Het standpunt van Orbán is echter niet onomstreden. Veel EU-lidstaten zijn van mening dat de sancties tegen Rusland gehandhaafd moeten blijven zolang Moskou zijn agressieve buitenlandse politiek voortzet. Orbán’s pleidooi voor het opheffen van de sancties kan dan ook op weerstand stuiten binnen de EU.
Het is duidelijk dat de kwestie van de sancties tegen Rusland een gevoelig onderwerp is binnen de Europese Unie. Het is te verwachten dat er nog veel discussie en debat zal volgen over dit onderwerp. Orbán’s oproep om de sancties op te heffen zal zeker niet onopgemerkt blijven en kan mogelijk leiden tot verdere verdeeldheid binnen de EU over hoe om te gaan met Rusland. Het is afwachten hoe de andere lidstaten zullen reageren op Orbán’s voorstel en of dit daadwerkelijk zal leiden tot een verandering in het beleid van de EU ten aanzien van Rusland.