Direct na de verkiezingsoverwinning van Donald Trump kreeg Max Kuzma een baan aangeboden. Als transman wist hij dat hij snel zijn papierwerk op orde moest krijgen. Hij was bang dat Trump zijn belofte om LGBTQ+-rechten terug te draaien zou nakomen en de transgendergezondheidszorg en veiligheid van de queergemeenschap in gevaar zou brengen. Toen Trump een uitvoerend bevel tekende dat transgender- en niet-binaire rechten terugschroefde, voelde Kuzma dit als ‘een draai aan het mes’.
Het uitvoerend bevel van Trump verplicht de federale overheid om ervoor te zorgen dat paspoorten en andere documenten slechts twee geslachten weergeven. Dit betekent dat gender-nonconforme mensen worden buitengesloten. Het besluit blokkeert ook het gebruik van belastinggeld voor genderbevestigende gezondheidszorg en schrijft voor dat gevangenissen worden aangewezen op basis van het bij de geboorte toegewezen geslacht, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties voor transgendervrouwen.
Kuzma ziet dit als een eerste stap van de regering om trans- en niet-binaire identiteiten uit het openbare leven te verwijderen. Hij maakt zich vooral zorgen over de opgroeiende trans- en non-binaire jongeren in een vijandige omgeving. Ondanks de aanvallen van Republikeinse politici en de anti-transadvertenties die tijdens de verkiezingen werden uitgegeven, blijft de transgemeenschap vastberaden.
De ACLU heeft aangekondigd van plan te zijn Trump voor de rechter te dagen om anti-LGBTQ+ wetgeving te bestrijden. Chase Strangio, een advocaat en directeur van het LGBTQ & HIV Project van een non-profitorganisatie, benadrukt dat de uitvoeringsbesluiten de bestaande wetten niet veranderen die LGBTQ+-rechten beschermen. Het is duidelijk dat de transgemeenschap zich niet zomaar laat onderdrukken en blijft vechten voor gelijke rechten en erkenning.