President Donald Trump heeft vrijdag 17 onafhankelijke algemene inspecteurs van federale diensten ontslagen, volgens een bron met kennis van de situatie. Deze inspecteurs spelen een cruciale rol in het toezicht op overheidsinstanties, zoals de ministeries van buitenlandse zaken, defensie en transport. Het personeel van het Witte Huis informeerde hen via e-mails dat hun werk per direct zou eindigen, wat mogelijk in strijd is met federale wetgeving die de president verplicht om het Congres 30 dagen van tevoren op de hoogte te stellen van dergelijke ontslagen.
Inspecteurs-generaal opereren onafhankelijk en voeren controles en onderzoeken uit naar rapporten over verspilling, fraude en machtsmisbruik. De acties van Trump, die naar verwachting zijn eigen mensen in deze functies zal benoemen, vormen een uitdaging voor de controle op de federale bureaucratie.
De meeste van de ontslagen inspecteurs zijn aangesteld tijdens de eerste ambtstermijn van Trump, van 2017 tot 2021. Dit roept vragen op over de motieven achter de plotselinge en grootschalige vervanging van deze inspecteurs. In zijn eerste ambtstermijn ontsloeg Trump al vijf algemene inspecteurs in minder dan twee maanden in 2020.
De acties van Trump staan in contrast met die van zijn voorganger, Joe Biden, die vorig jaar de inspecteur-generaal van de Railway Retirement Council ontsloeg na een onderzoek naar het creëren van een vijandige werkomgeving. Het Congres heeft in 2022 de bescherming van inspecteurs-generaal versterkt, waardoor het moeilijker is om hen te vervangen en extra verklaringen van de president nodig zijn om hen te verwijderen.
Deze recente ontslagen hebben geleid tot bezorgdheid over de onafhankelijkheid van toezicht op de federale diensten en roepen vragen op over de mogelijke politieke motieven achter de acties van President Trump. Het is afwachten hoe deze ontwikkeling de controle op de federale overheid zal beïnvloeden en of er verdere stappen zullen worden ondernomen om de ontslagen inspecteurs te vervangen.