President Trump bezocht de getroffen gebieden van Californië en North Carolina om federale rampenhulp om te zetten in een politieke agenda. Hij reisde eerst naar North Carolina, waar hij aangaf FEMA, het federale agentschap voor rampenbeheersing, te willen hervormen of zelfs afschaffen. Daarna trok hij naar Californië, waar hij voorwaarden stelde aan de federale hulp die hij bereid was te bieden.
Trump eiste van Californië dat ze bewijs zouden leveren van de identiteit van de kiezers en dat ze water zouden vrijgeven om de branden te blussen. Hij beweerde al langere tijd dat Californië immigranten zonder papieren toestaat te stemmen, zonder daar bewijs voor te leveren. Ook beweerde hij dat de staat het water verkeerd beheert en de kranen niet opendraait om de branden te blussen, een leugen die experts al hebben weerlegd.
Toen Trump in Californië aankwam, verscheen hij glimlachend naast de democratische gouverneur Gavin Newsom, die hij eerder ‘een idioot’ had genoemd. De president maakte duidelijk dat hij bereid was om te helpen bij de wederopbouw van de getroffen gebieden, maar alleen onder bepaalde voorwaarden.
Al met al laat het bezoek van Trump aan de getroffen gebieden zien dat hij de federale rampenhulp gebruikt als politiek instrument. Zijn voorwaarden voor hulp aan Californië tonen zijn politieke agenda en zijn bereidheid om te onderhandelen over de voorwaarden waaronder federale hulp wordt verleend. Het is duidelijk dat Trump zijn eigen belangen en politieke doelen vooropstelt bij het bieden van noodhulp aan getroffen gebieden.