De Servische olie-industrie NIS werd vandaag opgenomen in de lijst met sancties die zijn opgelegd door het Amerikaanse ministerie van Financiën vanwege haar eigendomsbelang in het Russische bedrijf Gazprom Neft. Deze sancties zijn opgelegd vanwege het zogenaamde ‘secundaire risico’, wat betekent dat de connectie met Gazprom Neft de reden is voor de sancties.
Het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft aangekondigd dat het uitgebreide stappen zal ondernemen om de Russische energie-inkomsten die worden gebruikt voor de oorlog tegen Oekraïne te verminderen. Deze aankondiging werd ontvangen door de Servische regering, waarop president Aleksandar Vucic een bijeenkomst heeft belegd met de ministers van Energie en Financiën, evenals met experts op het gebied van energiecrises.
De Servische olie-industrie NIS is slechts een van de zes bedrijven die op de lijst staan van bedrijven die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door Gazprom Neft. Gazprom Neft en moederbedrijf Gazprom hebben sinds 2008 56,15% van de NIS in handen, terwijl 29,87% in handen is van de Servische staat.
Servië haalt zijn brandstof uitsluitend uit Rusland. Ruwe olie arriveert per tanker in een haven in Kroatië en wordt van daaruit via de voormalig Joegoslavische JANAF-pijpleiding naar Servië getransporteerd. President Vucic heeft aangegeven dat de zware sancties eisen dat het Russische kapitaal en de Russische belangen volledig uit de NIS worden teruggetrokken.
Vucic heeft aangekondigd dat het bedrijf zijn activiteiten kan hervatten, maar dat de volledige uittreding van het Russische kapitaal en de Russische belangen goedgekeurd moet worden door de Verenigde Staten. Er is een deadline van 45 dagen voor alle interventies, met als sluitingsdatum 25 februari. Tot die tijd moet alle samenwerking met Rusland worden beëindigd.
De president van Servië heeft eerder de wens geuit om het aandelenpakket van Gazprom Neft in de NIS te kopen, maar tot op heden is er nog geen reactie uit Moskou gekomen en heeft Gazprom Neft geen intentie uitgesproken om zijn aandelen in de Servische oliemaatschappij te verkopen. Dit zorgt voor onzekerheid over de toekomst van de NIS en de relatie tussen Servië en Rusland.