Het einde van het telewerken en de terugkeer naar kantoor lijken de belangen van bedrijven in werknemerswelzijn te verminderen. Met de afschaffing van maatregelen ter bescherming tegen het coronavirus, zoals telewerken, lijkt de focus van bedrijven te verschuiven naar winstmaximalisatie en kostenbesparing. Dit is duidelijk te zien aan de verplichte terugkeer naar kantoor van grote bedrijven zoals Amazon en JPMorgan.
Naast de terugkeer naar kantoor worden ook andere zorgwekkende ontwikkelingen zichtbaar, zoals stiekeme ontslagen. Bedrijven als Meta en EY hebben werknemers ontslagen onder valse voorwendselen, zoals het gebruik van bedrijfsvouchers voor persoonlijke aankopen en het openen van meerdere zoomsessies. Deze praktijken worden ook wel ‘stealth firing’ genoemd en roepen vragen op over het gebrek aan respect voor werknemers.
De beslissingen van bepaalde bedrijven en leidinggevenden, zoals de ontslagen bij Meta en de strengere prestatiecontroles bij Microsoft, suggereren een verontrustende trend waarbij werknemers worden gezien als vervangbare hulpmiddelen in plaats van waardevolle teamleden. Deze focus op winst en efficiëntie lijkt ten koste te gaan van het welzijn en de waardigheid van werknemers.
De recente beslissingen van voormalig president Donald Trump om diversiteits- en inclusieprogramma’s stop te zetten en telewerken te beperken, dragen bij aan de groeiende zorgen over de behandeling van werknemers in het bedrijfsleven. De nadruk op efficiëntie en winst lijkt de overhand te hebben boven empathie en respect voor werknemers.
Hoewel sommige bedrijven beweren dat deze maatregelen nodig zijn om de bedrijfscultuur te versterken, tonen enquêtes aan dat veel CEO’s toegeven dat de werkomgeving giftig is en dat empathie geen plaats heeft op de werkvloer. Deze ontwikkelingen roepen vragen op over de toekomst van werk en de verantwoordelijkheid van bedrijven ten opzichte van hun werknemers.