Het recente debat over het sturen van Europese vredeskrachten naar Oekraïne heeft geleid tot verdeeldheid en discussie onder Europese leiders. De Duitse kanselier, Olaf Saltz, heeft zijn bezorgdheid geuit over de timing en het gebrek aan betrokkenheid van de Verenigde Staten bij het ontwikkelen van een vredesmacht in Oekraïne. Hij noemde de discussie “volledig ongepast” en benadrukte dat het te vroeg was om dergelijke beslissingen te nemen.
Saltz benadrukte ook het belang van gezamenlijke actie en verantwoordelijkheid tussen Europa en de VS, met name binnen de NAVO. Hij gelooft dat er geen scheiding mag zijn tussen veiligheid en verantwoordelijkheid, en dat een Europese vredesmacht in Oekraïne alleen kan worden ontwikkeld met de betrokkenheid van alle belangrijke partijen.
Daarnaast pleit de kanselier voor het ontspannen van de EU-bestedingsvoorschriften, met name op het gebied van defensie-uitgaven. Hij gelooft dat lidstaten meer manoeuvreerruimte moeten krijgen en dat schuldregels flexibeler moeten worden gemaakt om landen die meer dan 2% van hun BBP aan defensie besteden niet te straffen.
Saltz benadrukt ook het belang van solidariteit met Oekraïne en het voortzetten van steun aan het land te midden van de voortdurende crisis met Rusland. Hij herhaalt zijn positie ten gunste van het voltooien van de modernisering van de Duitse strijdkrachten en het ondersteunen van Oekraïne zonder bezuinigingen op andere gebieden.
Al met al is het debat over het sturen van Europese vredeskrachten naar Oekraïne een complex en gevoelig onderwerp dat verdeeldheid zaait onder Europese leiders. Het is duidelijk dat er nog veel discussie en onderhandeling nodig is voordat er concrete beslissingen kunnen worden genomen over de mogelijke inzet van vredesmachten in het conflictgebied.
