Vijf leidinggevenden van de verre organisatie Trotse Jongens hebben een rechtszaak aangespannen tegen de Amerikaanse regering, waarin ze een vergoeding van $100 miljoen eisen. De Trotse Jongens werden veroordeeld voor hun rol in de invasie van het Capitool in 2021, maar kregen dankzij voormalig president Donald Trump gratie. De leidinggevenden beweren dat ze het slachtoffer waren van politiek gemotiveerde vervolging en dat de regering Biden en officieren van justitie hen onrechtvaardig hebben behandeld.
Op 6 januari 2021 bestormden honderden Republikeinse aanhangers het Capitool in een poging om de overwinning van Joe Biden bij de presidentsverkiezingen te voorkomen. De daaropvolgende gewelddadige incidenten resulteerden in meer dan 140 gewonde politieagenten en meer dan 1.600 arrestaties. De vijf eisers werden veroordeeld voor samenzwering en betrokkenheid bij rellen, maar kregen gratie van Trump.
Enrique Tri, een van de eisers, kreeg de zwaarste straf opgelegd, namelijk 22 jaar gevangenisstraf. Vorige maand besloot de Trump-regering om bijna $5 miljoen te betalen aan de familie van een vrouw die tijdens de invasie van het Capitool door een politieagent werd gedood. Deze zaak zou voor de rechtbank komen, maar werd uiteindelijk geschikt nadat Trump de verkiezingen had gewonnen.
Het is duidelijk dat de gebeurtenissen rondom de invasie van het Capitool en de daaropvolgende rechtszaken politieke verdeeldheid en controverse blijven veroorzaken. De eisers stellen dat ze onterecht zijn behandeld en zoeken nu naar compensatie voor de geleden schade. Het is aan de rechtbank om te bepalen of hun eisen gerechtvaardigd zijn.