Overmatige visserij heeft de Baltische kabeljauw gedwongen genetische veranderingen te ondergaan die hebben geleid tot een aanzienlijke afname in grootte in de afgelopen 30 jaar, volgens een recente studie gepubliceerd in het tijdschrift Science Advances. Deze veranderingen tonen aan dat decennia van overbevissing en veranderingen in het milieu de genetische samenstelling van mariene soorten drastisch kunnen veranderen.
Vroeger was de Baltische kabeljauw meer dan een meter lang en kon hij tot 40 kg wegen, en vormde hij een belangrijk onderdeel van de visserij in het gebied. Echter, in de afgelopen drie decennia is de soort dusdanig gekrompen dat zelfs een volwassen kabeljauw nu comfortabel op een bord past.
Het onderzoek toonde aan dat de kabeljauwpopulatie in de oostelijke Baltische Zee significant is afgenomen als gevolg van selectieve overexploitatie. Door intensieve visserij gedurende 25 jaar werden genetische veranderingen geïdentificeerd die hebben geleid tot een vermindering van de lichaamslengte van de kabeljauw met 48% tussen 1996 en 2019.
De studie onthulde ook dat bepaalde genetische variaties in het lichaam van de kabeljauw wijzen op aanpassing aan menselijke activiteit, wat aangeeft dat de “krimp” van de soort een genetische basis heeft. Dit evolutionaire proces, geleid door menselijke tussenkomst, is zowel wetenschappelijk fascinerend als ecologisch zorgwekkend.
Het onderzoeksteam roept op tot conservatiebeleid dat rekening houdt met het aanpassingsvermogen van mariene soorten om uitsterven te voorkomen. Het is belangrijk om codes te kiezen om krimp tegen te gaan en de genetische diversiteit van mariene populaties te behouden voor een gezonde en veerkrachtige biodiversiteit in onze oceanen.