Het grootste privé-pensioenfonds van Noorwegen, KLP, heeft besloten om twee bedrijven uit te sluiten van zijn portefeuille vanwege hun banden met het Israëlische leger en hun betrokkenheid bij de oorlog in de Gazastrook. De bedrijven in kwestie zijn Oshkosh en Thyssenkrupp, die volgens het fonds wapens leveren aan het Israëlische leger.
De beslissing van KLP volgde op een rapport van de Verenigde Naties in juni, waarin bedrijven werden genoemd die Israëlische strijdkrachten voorzien van wapens die uiteindelijk in Gaza terechtkomen. Na gesprekken met de bedrijven concludeerde KLP dat ze de beleggingsinstructies van het fonds schonden, wat leidde tot hun uitsluiting uit het beleggingsuniversum van KLP.
Voorafgaand aan de beslissing bezat KLP aandelen ter waarde van ongeveer $19 miljoen in Oshkosh en ongeveer 10 miljoen kronen in Thyssenkrupp. De beslissing van KLP werd ook gesteund door instructies van de VN-Hoge Commissaris voor de mensenrechten en een groep VN-experts, die verklaarden dat bedrijven die wapens aan Israëlische troepen verkopen het risico lopen in strijd te zijn met de mensenrechten.
Hoewel de Israëlische regering de aanklachten ontkent en beweert dat haar gedrag in het conflict in overeenstemming is met internationaal recht, blijven mensenrechtenactivisten druk uitoefenen op financiële instellingen en consumenten om bedrijven met banden met Israël te boycotten. In Noorwegen richt de campagne zich ook op Norges Bank Investment Management, het staatsinvesteringsfonds van het land, dat honderden Israëlische bedrijven bezit.
De uitsluiting van Oshkosh en Thyssenkrupp door KLP maakt deel uit van een bredere inspanning om bedrijven met banden met het Israëlische leger verantwoordelijk te houden voor hun rol in het conflict in de Gazastrook. Dit laat zien dat financiële instellingen een belangrijke rol kunnen spelen bij het bevorderen van mensenrechten en het aansprakelijk houden van bedrijven die bijdragen aan schendingen van internationaal recht.