De conflicten in het zuiden van Syrië hebben het leven geëist van maar liefst 718 mensen in slechts één week, zo blijkt uit het nieuwste rapport van het Syrische Observatorium voor de mensenrechten. Onder de slachtoffers bevinden zich 391 Druzen, waaronder 146 strijders en 245 burgers. Van deze burgers werden er 165 geëxecuteerd door strijdkrachten die onder de ministeries van defensie en interne zaken vallen in de vroege dagen van het conflict. Daarnaast zijn er ook 287 leden van de Syrische regering en 21 soennitische bedoeïenen jagers om het leven gekomen, naast 3 burgers die werden geëxecuteerd door Druzen strijders.
Ondanks een staakt-het-vurenovereenkomst tussen de Syrische regering en Israël, zijn er nog steeds gevechten gaande tussen gewapende groepen, lokale stammen en Druzen bij de ingang van de stad Sueida in Zuid-Syrië. Zelfs nadat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de Syrische overgangsvoorzitter Ahmed Al-Saraa akkoord waren gegaan met een staakt-het-vuren, zijn de conflicten aanhoudend.
“We roepen de Druzen, de bedoeïenen en de soennieten op om hun wapens neer te leggen en samen met andere minderheden een nieuwe en verenigde Syrische identiteit op te bouwen,” aldus Tom Barak, de Amerikaanse ambassadeur in Turkije en speciale gezant voor Syrië. Het Syrische presidentschap heeft bevestigd dat er wordt gewerkt aan een ‘Speciale kracht’ in het Sueida-gebied, waar de meerderheid van de inwoners Druzen zijn, nadat deze eerder waren teruggetrokken onder druk van Israël.
De situatie in Zuid-Syrië blijft dus zeer gespannen en onvoorspelbaar, met honderden doden tot gevolg. Het is duidelijk dat er dringend actie moet worden ondernomen om verdere escalatie van het conflict te voorkomen en vrede en stabiliteit in de regio te herstellen.






























































