De Russische minister van Transport, Roman Starovitt, werd dood aangetroffen in zijn auto buiten Moskou met een schotwond, een paar uur nadat hij door president Vladimir Poetin was ontslagen. De officiële verklaring luidde dat Starovitt zelfmoord had gepleegd. Het presidentiële decreet dat zijn ontslag aankondigde, gaf geen reden voor zijn vertrek, maar politieke analisten speculeerden dat hij mogelijk betrokken was bij een corruptieschandaal in Kursk.
Volgens een bron uit de transportindustrie was Starovitt al maandenlang het onderwerp van onderzoek vanwege vermeende betrokkenheid bij het schandaal in Kursk. Zijn lichaam werd gevonden met een pistool dat naar verluidt van hem was, wat de speculaties voedde over zelfmoord.
Starovitt had voor zijn ministerschap geregeerd over Kursk en werd drie maanden na zijn benoeming tot minister van Transport geconfronteerd met een grote invasie van Oekraïense troepen in Kursk. Deze invasie, de grootste buitenlandse aanval op Russisch grondgebied sinds de Tweede Wereldoorlog, werd pas eerder dit jaar afgeslagen na zware gevechten en verliezen.
In april van dit jaar werd de opvolger van Starovitt als gouverneur van Kursk, Alexei Smirnov, beschuldigd van verduistering van defensiegeld dat bedoeld was voor de grensverdediging. Deze beschuldigingen pasten in het bredere kader van corruptie en machtsmisbruik in de regio.
Hoewel de officiële verklaring zelfmoord noemde als de oorzaak van Starovitt’s dood, blijven er twijfels en speculaties bestaan over de ware toedracht. Het incident werpt een schaduw over de Russische politiek en versterkt de geloofwaardigheid van corruptiegeruchten die de regering van Poetin omringen.