De Verenigde Staten hebben op donderdag sancties opgelegd aan ambtenaren van de Palestijnse autoriteit en leden van de Palestijnse bevrijdingsorganisatie. Deze sancties zijn het gevolg van beschuldigingen dat beide organisaties maatregelen hebben genomen om hun conflict met Israël te internationaliseren, onder andere via het Internationaal Strafhof en het Internationaal Hof van Justitie, en dat zij terrorisme blijven steunen.
De aankondiging van de Amerikaanse sancties werd gedaan door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze stap komt op een moment dat verschillende landen, waaronder Frankrijk en Groot-Brittannië, hebben beloofd om een Palestijnse staat te erkennen tijdens de Algemene Vergadering van de VN in september. Dit heeft geleid tot kritiek van Israël en de Verenigde Staten, die spreken over het belonen van Hamas.
Volgens Washington blijven de OAP en de Palestijnse autoriteit terrorisme ondersteunen door geweld uit te lokken en te ondersteunen. De sancties omvatten het weigeren van visa voor leden van beide organisaties. Het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken stelt dat het in het belang van de nationale veiligheid is om sancties op te leggen en de OAP en de Palestijnse autoriteit verantwoordelijk te houden voor het niet naleven van hun verplichtingen en het ondermijnen van de vooruitzichten op vrede.
Daarnaast bekritiseert het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken de OAP en de Palestijnse autoriteit voor het ondersteunen van acties binnen internationale organisaties die eerdere verplichtingen ondermijnen en in twijfel trekken. De Palestijnse autoriteit, onder leiding van president Mahmoud Abbas, regeert over de bezette Westelijke Jordaanoever, terwijl de OAP, opgericht in 1964, de beweging is die de Palestijnen vertegenwoordigt.