Het Italiaanse gebied Portofino, gelegen in Ligurië, heeft recentelijk een controversiële beslissing genomen om bedelen tijdens het toeristenseizoen te verbieden. De gemeenteraad van Portofino heeft het bedelen verboden in belangrijke delen van het gebied, zoals het historische centrum, de haven en de populaire toeristische wegen. Dit verbod is van kracht van 14 juli tot 30 september, gedurende het hoogseizoen.
De maatregel heeft gemengde reacties opgeroepen, met een groep vrijwilligers die daklozen vertegenwoordigen die de raad hebben gevraagd om het verbod af te schaffen. Antonio Moumoulos, president van Avvocato di Strada, heeft een formele klacht ingediend en benadrukt dat bedelen geen misdaad is en niet verboden kan worden in Italië.
Portofino, dat ongeveer 400 permanente bewoners heeft, verwelkomt tijdens het hoogseizoen tot wel 12.000 bezoekers per dag. Burgemeester Matteo ViKava heeft het verbod ingesteld en suggereert een verband tussen het toenemende aantal toeristen en de aanwezigheid van bedelaars in de stad.
Naast het verbod op bedelen op specifieke locaties, verbiedt de maatregel ook agressieve of herhaalde verzoeken om geld overal in Portofino. Overtreders riskeren boetes van 25 tot 500 euro. De raad beweert dat bedelaars “angst en bezorgdheid veroorzaken bij zowel de lokale bevolking als toeristen” en dat het verbod zal helpen om hen te beschermen tegen “uitbuiting”.
Aan de andere kant beweren critici dat het verbod armoede criminaliseert en dat het in strijd is met de grondwet en het nationale recht. Andrea Orlando, regionaal raadslid van de Democratische Partij, heeft de maatregel bekritiseerd en beweert dat Portofino “de oorlog tegen de armen heeft verklaard”.
In Italië zijn er volgens de volkstelling van 2021 meer dan 96.000 daklozen in het hele land, een stijging ten opzichte van ongeveer 50.000 zeven jaar eerder. De discussie over het verbod op bedelen in Portofino zal ongetwijfeld voortduren, met verschillende partijen die hun standpunten blijven verdedigen.