Regionale omroepen in Nederland ontvangen aanzienlijke subsidies van de overheid, zo blijkt uit recente informatie. Terwijl de publieke omroepen moeten bezuinigen, lijken de regionale omroepen voorlopig buiten schot te blijven. Dit heeft enige kritiek opgeleverd, met name van opiniemaker Annemarie van Gaal. Zij benadrukt dat sommige bestuursleden bij regionale omroepen zich niet houden aan de Balkenende-norm, die is opgesteld om overmatige salarissen van door belastingbetalers gefinancierde instellingen te voorkomen.
Volgens Van Gaal verdienen enkele bestuursleden bij regionale omroepen “tienduizenden euro’s meer dan waar ze binnen die norm recht op hebben”. Dit roept vragen op, vooral gezien de huidige bezuinigingen. Het blijkt dat één persoon zelfs 67.000 euro meer verdient dan wat binnen de norm is toegestaan. Er is echter een afbouwpad waarin deze salarissen geleidelijk moeten worden verlaagd over een periode van zeven jaar.
Naast deze salariskwestie ontvangen regionale omroepen jaarlijks een aanzienlijk bedrag aan subsidies van de overheid. In totaal gaat het om 192 miljoen euro per jaar, verdeeld over dertien omroepen in Nederland. Gemiddeld genomen ontvangen regionale omroepen dus iets minder dan 15 miljoen euro per omroep. Deze subsidies vormen 16 procent van de totale overheidsuitgaven aan media, waarbij 80 procent naar de publieke omroep gaat.
De officiële naam voor de norm die deze salarissen reguleert is de Wet normering topinkomens (WNT). Deze wet is in 2013 ingesteld om een plafond te stellen aan salarissen van publieke instellingen. In 2024 lag de norm op 233.000 euro per jaar. Het is belangrijk dat deze regels worden nageleefd om transparantie en verantwoording te waarborgen in de publieke sector.