Het Deense Hooggerechtshof heeft bevolen dat de inlichtingendiensten van het land moeten toegeven dat Ahmed Samsam, een 35-jarige man van Syrische afkomst, hun informant was. Dit nieuws komt nadat Samsam in 2018 in Spanje was veroordeeld als een “jihadist” en tot acht jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. De Deense diensten weigerden destijds om hun betrokkenheid bij Samsam in zijn proces te erkennen.
Samsam heeft altijd beweerd dat hij in opdracht van de Deense inlichtingendiensten handelde tijdens zijn reizen naar Syrië in 2013 en 2014. Hij presenteerde gedetailleerde documenten waaruit bleek dat hij geld ontving, werd gerekruteerd en getraind door de diensten. Met deze nieuwe erkenning van de inlichtingendiensten hoopt Samsam een herziening van zijn zaak in Spanje aan te vragen.
De Deense geheime diensten hadden aanvankelijk beweerd dat ze om veiligheidsredenen de identiteit van hun informanten niet konden bevestigen of openbaar maken. Echter, het Hooggerechtshof oordeelde dat Samsam voldoende bewijs had geleverd om zijn samenwerking met de diensten aan te tonen.
De zaak heeft internationaal voor opschudding gezorgd en roept vragen op over de rol van inlichtingendiensten bij het rekruteren van informanten in conflictgebieden. Samsam’s verdediging beweert dat hij als informant heeft gehandeld om informatie te verzamelen en te voorkomen dat jongeren radicaliseren.
Het is nu afwachten hoe deze nieuwe informatie de zaak van Samsam zal beïnvloeden en of hij inderdaad een herziening van zijn proces zal kunnen aanvragen. De kwestie werpt ook een nieuw licht op de complexe relaties tussen inlichtingendiensten en informanten in de strijd tegen terrorisme en radicalisering.