Peter Mandelson heeft toegegeven dat hij “zeer diep betreurt” dat hij zijn associatie met de gevallen financier Jeffrey Epstein “veel langer dan nodig” heeft voortgezet, nu hun relatie opnieuw onder de loep wordt genomen.
De voormalige Britse politicus, die eerder diende als Europees commissaris en de Britse minister van Handel, heeft verklaard dat hij spijt heeft van zijn voortdurende banden met Epstein, die in 2019 overleed terwijl hij in hechtenis zat op beschuldiging van seksueel misbruik van minderjarigen.
Mandelson heeft erkend dat hij Epstein kende sinds de jaren 1990 en dat hij inderdaad op diens privé-eiland is geweest, maar beweert dat hij niet op de hoogte was van de misdaden waarvan Epstein later werd beschuldigd.
De voormalige politicus heeft benadrukt dat hij nooit betrokken is geweest bij enige vorm van wangedrag of ongepast gedrag en dat hij zijn relatie met Epstein heeft verbroken zodra de aard van diens misdaden aan het licht kwam.
Desondanks is Mandelson onder vuur komen te liggen vanwege zijn banden met Epstein en heeft hij publiekelijk zijn spijt betuigd over zijn beslissing om de relatie voort te zetten, ondanks dat hij eerder waarschuwingen had ontvangen over de aard van Epsteins activiteiten.
De voormalige politicus heeft aangegeven dat hij bereid is om volledig mee te werken aan eventuele onderzoeken naar zijn banden met Epstein en dat hij open staat voor het beantwoorden van vragen over zijn contacten met de financier.
Het is nog onduidelijk wat de gevolgen zullen zijn van Mandelsons bekentenis en of dit verdere repercussies zal hebben voor zijn reputatie en carrière in de politiek.
Het is echter duidelijk dat de voormalige politicus spijt heeft van zijn beslissing om zijn relatie met Epstein voort te zetten en dat hij bereid is om verantwoording af te leggen voor zijn daden.