Een voormalig soldaat van het Britse leger wordt momenteel berecht in Belfast voor twee moorden die plaatsvonden tijdens de beruchte “Bloody Sunday” in 1972 in Derry, Noord-Ierland. De soldaat, bekend als soldaat F, wordt beschuldigd van het doden van James Ray, James Wray en William McKinney, evenals het plegen van moordaanslagen op vijf andere mensen tijdens de militaire operatie die de gebeurtenissen in Noord-Ierland verder deed escaleren.
Meer dan 50 jaar na deze tragische gebeurtenissen staat de veteraan nu voor de rechter en wordt hij geconfronteerd met de ernstige beschuldigingen. “Bloody Sunday” op 30 januari 1972 in Derry was een keerpunt in de geschiedenis van Noord-Ierland, waarbij Britse parachutisten het vuur openden op vreedzame demonstranten en 13 mensen doodden.
De Britse regering had destijds beweerd dat de parachutisten reageerden op IRA-vuur, maar later werd officieel erkend dat de slachtoffers onschuldig waren en sommigen zelfs werden neergeschoten terwijl ze gewond op de grond lagen. In 2010 bood premier David Cameron officieel zijn excuses aan voor de gebeurtenissen van die dag en noemde ze “ongerechtvaardigd”.
De rechtszaak tegen soldaat F is een langverwachte stap naar gerechtigheid voor de families van de slachtoffers van Bloody Sunday. Het proces begon in Belfast en heeft de aandacht van zowel Noord-Ierland als de rest van de wereld getrokken. Na decennia van pijn en verdriet hopen velen dat dit proces eindelijk antwoorden en gerechtigheid zal brengen voor degenen die hun leven verloren op die fatale dag.