Families van vier passagiers die omkwamen bij het vliegtuigongeluk van Air India in Ahmedabad, India, hebben een rechtszaak aangespannen tegen Boeing en Honeywell Reserve Parts Manufacturing Company. De familieleden beschuldigen de bedrijven van nalatigheid die heeft geleid tot de tragedie. Het vliegtuigongeluk van Air India Flight 171 naar Gatwick in Londen resulteerde in de dood van 260 mensen, waaronder passagiers, cabinepersoneel en mensen op de grond.
De rechtszaak, die recentelijk werd ingediend, beweert dat het defecte brandstofschakelaars waren die de oorzaak waren van het ongeval. De brandstofschakelaars zijn het onderwerp van onderzoeken nadat het bleek dat de brandstoftoevoer naar de motoren kort na het opstijgen werd onderbroken. De Amerikaanse federale dienst van Civil Aviation (FAA) heeft eerder verklaard dat de brandstofschakelaars op Boeing-vliegtuigen veilig zijn, maar de families beweren dat beide bedrijven op de hoogte waren van het risico op een crash.
Volgens een voorlopig onderzoeksrapport van de Indiase autoriteiten ging de schakelaar van Air India Flight 171 van de “run”-positie naar de “cut-off”-positie, waardoor de duw van de motoren van het vliegtuig werd voorkomen. De families beweren dat dit een defect in het ontwerp was dat heeft geleid tot het volledige verlies van voortstuwing van het vliegtuig. Honeywell en Boeing worden beschuldigd van het niet nemen van maatregelen om de ramp te voorkomen.
Het gedetailleerde crashrapport wordt pas in 2026 verwacht. Het is een tragische zaak waarbij families van slachtoffers van Air India hun recht zoeken en verantwoordelijkheid willen laten nemen door de betrokken bedrijven. De rechtszaak werpt een schijnwerper op de veiligheidsnormen en de verantwoordelijkheid van vliegtuigfabrikanten om ervoor te zorgen dat hun vliegtuigen veilig zijn voor alle passagiers.