De Amerikaanse president, Donald Trump, heeft opgeroepen tot het verwijderen van de licenties van televisienetwerken die kritisch tegenover hem staan, nadat ABC de uitzending van presentator Jimmy Kimmel had stopgezet. Trump sprak zich uit tegen de media en beweerde dat ze hem constant negatief in het nieuws brengen, ondanks zijn overwinning in cruciale staten tijdens de verkiezingen van vorig jaar.
FCC-president Brendan Carr heeft aangegeven dat de schorsing van Kimmel niet de laatste stap zal zijn en dat de stations verantwoordelijk zullen worden gehouden voor het publieke belang. Hij benadrukte dat de FCC het recht heeft om licenties in te trekken van grote netwerken zoals ABC. Echter, experts wijzen erop dat het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet, dat de vrijheid van meningsuiting beschermt, het moeilijk zou maken voor de FCC om op politieke gronden licenties in te trekken.
Het netwerk ABC, dat eigendom is van Disney, schortte de uitzending van Jimmy Kimmel op nadat hij kritiek had geuit op zijn opmerkingen over de moord op conservatieve beïnvloeder Charlie Kirk. Kimmel suggereerde dat de verdachte een Republikein van Maga was, terwijl autoriteiten meldden dat de vermeende dader een linkse ideologie aanhing.
Barack Obama voegde zich bij degenen die kritiek uitten op de acties van Trump die hebben geleid tot de opschorting van Kimmel’s uitzending. Obama veroordeelde de regering voor het dreigen met regelgevende maatregelen tegen mediabedrijven die kritiek uiten op de president. De situatie heeft geleid tot bezorgdheid over de vrijheid van meningsuiting en de invloed van politieke druk op de media.