De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft de Houthi rebellen veroordeeld voor het vasthouden van minstens 21 werknemers van de VN sinds 31 augustus. Deze daad wordt gezien als een schending van het internationaal recht, aangezien het VN-personeel en eigendom te allen tijde beschermd moeten worden. De raad veroordeelde ook de gedwongen toegang tot faciliteiten van het Wereldvoedselprogramma en UNICEF, evenals de inbeslagname van VN-eigendommen.
Met speciale bezorgdheid keken de raadsleden naar de situatie van de werknemers die vastgehouden worden en eisten hun onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating. Ze benadrukten dat bedreigingen tegen humanitaire hulpverleners onaanvaardbaar zijn, vooral gezien de alarmerend hoge voedselonzekerheid in Jemen. De raad waarschuwde dat het belemmeren van humanitaire hulp de crisis in het land alleen maar zou verergeren.
De VN-leden riepen de Houthi rebellen op om het internationaal humanitair recht te respecteren en veilige en ongehinderde toegang tot humanitaire hulp aan burgers in nood te waarborgen. Ze benadrukten ook het belang van de veiligheid van VN-personeel en riepen op tot een veilige werkomgeving voor hulpverleners in door Houthi gecontroleerde gebieden.
De raad verwelkomde de inspanningen van de VN om de gevangenen vrij te laten en herhaalde haar toewijding aan de eenheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Jemen. Ze steunden de speciale gezant Hans Grudberg in zijn streven naar een politieke oplossing voor het conflict in Jemen, gebaseerd op overeengekomen parameters en relevante beslissingen van de raad.