Na de controversiële beslissing van Koning Karel om de titels van zijn broer, Prins Andrew Mountbatten-Windsor, te verwijderen, behield hij echter de titels van zijn dochters, prinsessen Beatrice en Eugenie. Hoewel dit op het eerste gezicht een beslissing van genegenheid en loyaliteit lijkt, kan het een averechts effect hebben op de prinsessen.
Royal-analist Christopher Wilson waarschuwt dat de titels van Beatrice en Eugenie nu “besmet” kunnen zijn in de ogen van het publiek vanwege de schandalen rondom hun vader en zijn connecties met Jeffrey Epstein. Dit kan leiden tot verminderde professionele kansen voor de prinsessen, waardoor ze mogelijk genoegen moeten nemen met minder lucratieve aanbiedingen.
Hoewel beide prinsessen een fulltimebaan hebben en geen geld ontvangen uit het koninklijk fonds, vertrouwen ze op een trustfonds en op fondsen uit de scheiding van hun ouders in de jaren negentig. Beatrice werkt als consultant bij een kunstmatige intelligentiebedrijf en is medeoprichter van een liefdadigheidsinstelling, terwijl Eugenie werkzaam is als directeur bij een bekende kunstgalerie in Londen.
Het wegnemen van de koninklijke titels van de prinsessen kan hun financiële stabiliteit in gevaar brengen, vooral omdat ze geen echtgenoten hebben met een beroep dat hen kan ondersteunen in hun levensstandaard. Wilson vergelijkt hun situatie met die van hun moeder, Sarah Ferguson, die veel verloor door misbruik te maken van haar koninklijke titel in het verleden.
Al met al kan de beslissing van Koning Karel om de titels van Beatrice en Eugenie te behouden een negatief effect hebben op hun toekomstige carrièremogelijkheden en financiële stabiliteit, en kan het hun plaats in de zakenwereld bemoeilijken. Het is afwachten hoe deze ontwikkelingen zich verder zullen ontvouwen voor de prinsessen van York.













 
 







































 
 









