Bij de recente verkiezingen in Nederland kwam de pro-Europese centristische partij D66 als winnaar naar voren. Met 26 zetels in het parlement wist D66 nipt de Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders te verslaan. Dit kleine verschil van slechts 15.155 stemmen geeft D66 de mogelijkheid om te proberen een coalitieregering te vormen.
Met 99,7% van de stemmen geteld, had D66 voor het eerst de overhand op de PVV, die ook 26 zetels behaalde. Dit opent de deur voor Rob Jeten om te strijden voor het premierschap, aangezien de eerste partij traditioneel het mandaat krijgt om een regering te vormen. Andere partijen die goed scoorden bij de verkiezingen waren de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) met 22 zetels, GroenLinks-Labour met 20 zetels en het CDA met 18 zetels.
Hoewel Jeten nu in een positie is om een regering te vormen, heeft hij erkend dat dit geen gemakkelijke taak zal zijn. Het kan nodig zijn om samenwerking te zoeken met verschillende politieke partijen, waaronder de VVD en GroenLinks-Labour, die voorheen tegenovergestelde standpunten innamen. Geert Wilders van de PVV heeft echter ook zijn ambitie uitgesproken en benadrukt dat zijn partij de grootste is in veel provincies, ongeacht het eindresultaat van de verkiezingen.
De PVV heeft in het verleden deel uitgemaakt van een regeringscoalitie, maar trok zich terug vanwege meningsverschillen over het asielbeleid. De meeste politieke partijen hebben echter al aangegeven niet te willen samenwerken met Wilders, waardoor hij buiten de discussies over de nieuwe regeringsformatie blijft. Het vormen van een stabiele regering zal dus een uitdaging zijn voor D66 en andere partijen die betrokken zijn bij de onderhandelingen.













 
 







































 
 









