Het ministerie van Financiën van de Verenigde Staten heeft vandaag aangekondigd dat de sancties tegen de nationalistische leider van de Bosnische Serviërs, Milorad Dodik, en zijn bondgenoten, familieleden en geassocieerde bedrijven worden opgeheven. Het Office of Foreign Assets Control (OFAC) heeft dit besluit genomen, maar heeft niet aangegeven waarom deze sancties worden opgeheven.
Dodik, de voormalige president van de Republika Srpska in Bosnië, werd in augustus afgezet en uitgesloten van deelname aan de politiek van het land. Hij werd in 2017 gesanctioneerd door de VS vanwege het negeren van de Dayton-vredesakkoorden, die een einde maakten aan de oorlog in Bosnië en Herzegovina. Dodik had de afscheiding van de Republika Srpska bepleit en weigerde af te treden als president.
Op 18 oktober kozen de Bosnisch-Servische parlementariërs een interim-president, die de taken van Dodik zal overnemen tot de vervroegde verkiezingen op 23 november. Het parlement heeft ook enkele autonomiewetten ingetrokken die het afgelopen jaar waren aangenomen nadat Dodik werd vervolgd voor het negeren van uitspraken van internationale gezanten en het Constitutionele Hof.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de opheffing van de sancties verwelkomd en benadrukt dat dit het resultaat is van Amerikaanse inspanningen om de crisis in Bosnië en Herzegovina te de-escaleren. Bosnisch-Servische functionarissen hebben aangegeven dat ze in het geheim werken aan een nieuwe relatie met Washington.
Al met al lijkt het erop dat de opheffing van de sancties een stap is in de richting van een mogelijke normalisatie van de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Bosnische Serviërs. Het is echter nog te vroeg om te zeggen wat de exacte gevolgen zullen zijn van deze ontwikkeling en hoe dit de politieke situatie in Bosnië en Herzegovina zal beïnvloeden.





























































