Uit recent onderzoek blijkt dat de snelle verspreiding van de Zwarte Dood door middeleeuws Europa mogelijk zijn oorsprong heeft in een enorme vulkaanuitbarsting. Wetenschappers hebben ontdekt dat de bubonenpest, zoals de Zwarte Dood ook wel wordt genoemd, in verband kan worden gebracht met de uitbarsting van de vulkaan Samalas op het Indonesische eiland Lombok in 1257.
Deze uitbarsting zou hebben geleid tot een grote hoeveelheid zwavel in de atmosfeer, wat resulteerde in een afkoeling van het klimaat en een verandering in neerslagpatronen. Deze klimaatverandering zou hebben geleid tot een toename van de knaagdierpopulatie, die op hun beurt de dragers waren van de pestbacterie Yersinia pestis.
De onderzoekers hebben monsters genomen van ijskernen uit Groenland en Antarctica en ontdekten sporen van zwavel in de atmosfeer in de jaren na de vulkaanuitbarsting. Deze sporen kwamen overeen met periodes van grote sterfte door de Zwarte Dood in Europa.
Het is al langer bekend dat de Zwarte Dood werd verspreid door vlooien die zich nestelden op ratten en andere knaagdieren. De pestbacterie kon worden overgedragen op mensen door de beten van deze vlooien. De klimaatverandering als gevolg van de vulkaanuitbarsting zou hebben geleid tot gunstige omstandigheden voor de knaagdieren, waardoor de pest zich snel kon verspreiden.
De Zwarte Dood heeft in de 14e eeuw naar schatting een derde van de Europese bevolking uitgeroeid. De ziekte verspreidde zich razendsnel door Europa en veroorzaakte enorme sterftecijfers in steden en dorpen. De ontdekking van de mogelijke link tussen de vulkaanuitbarsting en de Zwarte Dood werpt nieuw licht op de oorsprong en verspreiding van deze verwoestende ziekte.





























































