Familieleden van immigranten uit Venezuela die gedeporteerd zijn door de regering van president Donald Trump belandden in de hoogste veiligheidsgevangenissen van El Salvador, beschuldigd van lidmaatschap van de Tren de Aragua-bende. Deze immigranten werden onlangs vrijgelaten na protesten waarbij hun onschuld werd benadrukt.
Een van de deportees, Mitchell Olivera, sprak over zijn hoop om zijn zus Mikel Rochas Olivera terug te zien, nadat ze onterecht in een gevangenis in El Salvador belandde. Ze werd gearresteerd op haar werkplek en uiteindelijk gedeporteerd naar Cecot, een grote gevangenis in El Salvador voor bendeleden.
Amerikaanse advocaten van de gevangenen benadrukten dat tatoeages het criterium waren op basis waarvan ze als bendelid werden beschouwd. De Amerikaanse autoriteiten beweerden dat het verificatieproces grondig was, maar gaven geen details.
Familieleden van de gevangenen eisten gerechtigheid en benadrukten dat hun geliefden onschuldig waren. Een grootmoeder, Gladis Koromoto Rochas, sprak over de misleiding van de Venezolaanse burgers die naar El Salvador werden gebracht in plaats van terug te keren naar Venezuela.
De Venezolaanse regering veroordeelde de arrestaties, deportaties en gevangenisstraffen van Salvador-immigranten en huurde een advocatenkantoor in om hun vrijlating te waarborgen. De situatie blijft echter zorgwekkend en de families van de gevangenen blijven vechten voor gerechtigheid.