De 43-jarige Rebecca Lee, een onderneemster uit Groningen, ervoer een gevoel van compleetheid toen ze de Koreaanse achternaam van haar biologische moeder aannam. “Ik ben geadopteerd en kreeg een Nederlandse naam, maar voelde me nooit volledig Nederlands,” zegt ze. Nu wil Lee haar vijfjarige dochter haar achternaam als dubbele achternaam geven, maar de huidige Nederlandse wetgeving staat dit alleen toe met toestemming van beide ouders, iets wat haar ex-partner weigert.
“Mijn dochter brengt de helft van de tijd bij mij door en de andere helft bij haar vader,” legt Lee uit. “Ik vind dat ze ook een stukje van mij zou moeten dragen.” Haar strijd is onderdeel van een bredere beweging van vrouwen die in rechtszaken vechten om hun achternaam door te geven aan hun kinderen, binnen een systeem dat velen als achterhaald en discriminerend zien.
Een eeuwenoud systeem
Tot 1811 kregen kinderen automatisch de achternaam van hun vader. Sinds 1998 mogen ouders kiezen tussen de achternaam van de vader of de moeder. Een nieuwe wet, ingevoerd in 2023, maakt dubbele achternamen mogelijk voor kinderen geboren vanaf januari 2016, maar alleen als beide ouders akkoord gaan. De deadline voor registratie is vastgesteld op 31 december, wat druk legt op families in conflict.
Kritiek op genderongelijkheid
Vrouwenrechtenorganisatie Clara Wichmann ondersteunt vrouwen in juridische geschillen hierover. Volgens Linde Bryk, hoofd van strategische rechtszaken, conflicteert de wet met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en versterkt het genderstereotypen. “Waarom is het niet standaard dat een kind de achternamen van beide ouders krijgt?” vraagt ze.
Journalist Christel Don en GreenLeft-PvdA-Kamerlid Songül Mutluer wijzen ook op de seksistische implicaties van de wet. Mutluer noemt het “een schoolvoorbeeld van seksediscriminatie” en stelt voor de wet te herzien, zodat niet één ouder, meestal de vader, de doorslaggevende stem heeft.
Sociale en culturele implicaties
Achternamen dragen sociale en raciale signalen, volgens socioloog Kobe De Keere van de Universiteit van Amsterdam. Onderzoek toont aan dat bepaalde etnische namen minder kans maken op bijvoorbeeld een sollicitatiegesprek. In Nederland moeten mensen via wetswijzigingen hun naam kunnen aanpassen, zoals bij denigrerende namen uit het slavernijverleden.
Een persoonlijke strijd
Voor vrouwen als Annemijn Niehof, die in hoger beroep gaat na een rechtszaak tegen haar ex-partner, is deze kwestie fundamenteel. “Mijn dochter is deels van hem en deels van mij. Dat is haar fundament,” zegt ze.
Met lopende politieke vragen en toenemende publieke kritiek blijft de toekomst van de wet onduidelijk. Wat zeker is, is dat deze vrouwen vechten voor gelijkheid, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de volgende generatie.