De iGaming-industrie, oftewel online gokken, heeft zich in Nederland de afgelopen jaren als een lucratieve sector bewezen. Sinds de legalisering van online gokken in 2021, die mogelijk werd gemaakt door de Koa-wet (Kansspelen op Afstand), zijn er aanzienlijke inkomstenstromen naar de Staatskas gaan vloeien. Dit artikel verkent de financiële voordelen die de overheid hierbij geniet.
Voor de legalisering maakten veel Nederlandse spelers gebruik van buitenlandse aanbieders, wat betekende dat de overheid geen belastinginkomsten genereerde uit deze activiteiten. Met de invoering van de Koa-wet kregen spelers de mogelijkheid om legaal te gokken bij aanbieders met een Nederlandse vergunning. Dit veranderde de dynamiek van de markt en stelde de overheid in staat om een deel van de inkomsten te innen.
Een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de overheid uit de iGaming-sector is de kansspelbelasting. Gokbedrijven in Nederland zijn verplicht om 30,5% van hun bruto spelresultaat af te dragen. Dit percentage geldt voor de winst die bedrijven maken na het uitbetalen van winsten aan spelers. Voorbeeld: als een iGaming-platform 10 miljoen euro winst genereert, resulteert dit in een belastingbijdrage van 3 miljoen euro aan de overheid.
Volgens gegevens van de Kansspelautoriteit werd de omzet van de iGaming-markt in 2023 geschat op meer dan 1 miljard euro. Dit betekent dat de kansspelbelasting alleen al kan oplopen tot honderden miljoenen euro’s. Verder zijn er plannen om de kansspelbelasting te verhogen naar 34,2% en zelfs naar 37,8% begin 2026. Hoewel deze verhogingen de inkomsten van de overheid op korte termijn zullen verhogen, kunnen ze ook schadelijk zijn voor de gokindustrie op langere termijn.
Naast de kansspelbelasting zijn er ook andere inkomstenbronnen. Een vergunning voor het aanbieden van kansspelen kost in Nederland eenmalig €48.000. Dit bedrag is voor grote aanbieders niet bijzonder hoog, maar het is een belangrijke bijdrage aan de overheidsinkomsten. Bovendien betalen iGaming-bedrijven jaarlijks een bijdrage aan de Kansspelautoriteit voor toezicht en regulering, wat ook weer extra inkomsten genereert.
Daarnaast zijn er boetes voor aanbieders die de regelgeving overtreden, zoals het accepteren van Nederlandse spelers zonder vergunning. Sinds de regulering van de sector zijn er aanzienlijke boetes opgelegd, wat ook een belangrijke bron van inkomsten voor de overheid vormt. Jaarlijks wordt er miljoenen euro’s aan boetes geïnd, wat het financiële plaatje nog verder versterkt.
De iGaming-industrie heeft dus een aanzienlijke impact op de overheidsfinanciën in Nederland. Met de combinatie van kansspelbelasting, vergunningkosten en boetes, profiteert de overheid op meerdere manieren van de groeiende populariteit van online gokken. De situatie blijft zich ontwikkelen, en de overheid heeft een stevige vinger in de pap als het gaat om de regulering en belastingheffing van deze sector.