De recente beslissing van Donald Trump om de toetreding tot de Verenigde Staten te verbieden voor onderdanen van 12 landen heeft wereldwijd een golf van protesten veroorzaakt. Deze maatregel wordt door velen gezien als racistisch en meedogenloos, en doet denken aan het ‘Moslimverbod’ uit zijn eerste termijn.
De Amerikaanse regering rechtvaardigt het verbod door te verwijzen naar de afwezigheid van effectieve maatregelen om reizigers uit deze landen te controleren en hun neiging om na het vervallen van hun paspoortvisa in de VS te blijven. De VN Hoge Commissaris voor de rechten van de mens en Amnesty International uiten hun zorgen over de internationale rechten en veroordelen het decreet als discriminerend en racistisch.
Het verbod treft onderdanen uit landen als Afghanistan, Tsjaad, Democratische Republiek Congo, Ecuador, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Haïti, Iran, Libië, Somalië, Soedan en Jemen. President Trump vergeleek deze beslissing met de restricties die werden opgelegd aan moslimlanden aan het begin van zijn termijn in 2017.
De Afrikaanse Unie heeft haar bezorgdheid geuit over de potentiële negatieve impact van dergelijke maatregelen op diplomatieke betrekkingen. Tsjaad heeft aangekondigd dat het vergelding zal nemen door de uitgifte van paspoorten aan Amerikaanse burgers te beperken. Andere landen zoals Burundi, Cuba, Laos, Sierra Leone, Togo, Turkmenistan en Venezuela zullen ook te maken krijgen met strenge sancties.
De reacties op deze beslissing zijn gemengd, met sommigen die het als een noodzakelijke veiligheidsmaatregel zien en anderen die het als discriminerend en onrechtvaardig beschouwen. De impact van deze maatregel op de internationale betrekkingen en het leven van de betrokken individuen blijft een punt van zorg voor velen.