De Italiaanse burgers hebben hun bereidheid om deel te nemen aan vijf referenda met betrekking tot arbeidsrechten en het verstrekken van nationaliteit aan buitenlandse burgers geuit, maar de opkomst bleek teleurstellend laag te zijn, met minder dan 30% van de kiezers die hun stem uitbrachten. Hierdoor zijn de resultaten van de referenda ongeldig verklaard, aangezien minimaal 50%+1 van de kiezers nodig is voor een geldige uitkomst.
De Italiaanse premier, Georgië, heeft op sociale media verklaard dat het werkelijke doel van de referenda leek te zijn om de regering omver te werpen, maar uiteindelijk hebben de Italianen gestemd voor de val van de oppositie. De conservatieve regeringspartijen waren voor onthouding, terwijl de grootste oppositiepartijen, waaronder de Democratische Partij en de Vijfsterrenbeweging, het “ja” -kamp steunden.
De Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken en partijleiders hebben aangegeven dat de regering van plan is om het aantal handtekeningen dat nodig is om een referendum aan te vragen te verhogen, dat momenteel op 500.000 handtekeningen ligt. De partijen die het referendum over nationaliteit steunden, hebben benadrukt dat georganiseerde onthouding heeft gewonnen als gevolg van een gebrek aan informatie en een spontane vorm van onthouding.
Wat betreft de referenda over arbeidsrechten stemden de burgers die wel hun stem uitbrachten in grote meerderheid voor (85% tot 88%). Voor het referendum over het verlenen van Italiaans burgerschap aan buitenlandse burgers die al tien jaar in het land wonen, stemde 62% van de kiezers die deelnamen voor het verkorten van de vereiste tijd tot vijf jaar.
Het is duidelijk dat de lage opkomst bij deze referenda een uitdaging vormt voor het democratische proces in Italië en dat er mogelijk hervormingen nodig zijn om de betrokkenheid van de burgers bij toekomstige referenda te vergroten.