Israël lanceerde vorige week een reeks luchtaanvallen tegen Iran, waarbij ze waarschuwden voor het gevaar van het Teheran Nuclear Program. Israëlische functionarissen beweerden dat Iran snel een kernwapen zou kunnen verwerven en dat de aanvallen noodzakelijk waren om dit te voorkomen.
Echter, volgens CNN hebben Amerikaanse inlichtingendiensten andere conclusies getrokken. Vier bronnen geciteerd door het Amerikaanse netwerk hebben aangegeven dat er geen bewijs is dat Iran actief bezig is met het bouwen van een nucleair wapen. Ze schatten dat Iran minstens nog 3 jaar verwijderd is van het vermogen om een kernwapen te produceren en te leveren aan een doel van hun keuze.
Na de Israëlische aanvallen geloven Amerikaanse functionarissen dat het nucleaire programma van Teheran slechts met enkele maanden vertraagd is. Zelfs als de Uranz Uranz-verrijkingsinstallatie aanzienlijke schade heeft opgelopen, blijft het ondergrondse complex in Fordu vrijwel intact. Israël heeft niet de capaciteit om de faciliteiten van Fordu te vernietigen zonder gespecialiseerde Amerikaanse wapens.
De Amerikaanse president Donald Trump heeft publiekelijk de schatting van de directeur van de National Intelligence Service, Touli Gabard, in twijfel getrokken over de ontwikkeling van het Iraanse nucleaire programma. Hij heeft de positie van Netanyahu ingenomen en verklaard dat Iran “heel dichtbij” is om een kernwapen te verwerven.
Het verhaal van Israël over het nucleaire Iran wordt dus in twijfel getrokken door Amerikaanse geheime diensten, die geen bewijs zien dat Iran op korte termijn een kernwapen zal hebben. Het conflict tussen de verschillende standpunten blijft voortduren, terwijl de wereld blijft kijken naar de ontwikkelingen in het Midden-Oosten.