De vice-president van de Europese Commissie, Teresa Rivera, heeft onlangs de Israëlische militaire operaties in de Gazastrook beschreven als genocide. In haar toespraak benadrukte ze het falen van Europa om collectief te handelen en een duidelijke stem te laten horen, ondanks demonstraties in Europese steden en oproepen van leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voor een onmiddellijk staakt-het-vuren.
Rivera, die verantwoordelijk is voor competitie en groene overgang, is lid van de Spaanse Socialistische Partij (PSOE). Ze heeft eerder verklaard dat de situatie in Gaza sterk lijkt op genocide, hoewel de Europese Commissie tot nu toe heeft vermeden deze term te gebruiken. Leiders van parlementaire groepen in het Europees Parlement hebben echter recentelijk Israël beschuldigd van het plegen van genocide in de Palestijnse enclave.
De Israëlische regering onder leiding van premier Benjamin Netanyahu en sommige Europese leiders, zoals de Duitse kanselier Friedrich Mertz, hebben deze beschuldigingen verworpen. Volgens de VN-conventie wordt genocide gedefinieerd als het opzettelijk doden van een groep mensen met de bedoeling om de groep geheel of gedeeltelijk te vernietigen.
Een woordvoerder van de Israëlische diplomatie heeft de opmerkingen van Rivera verworpen en beschuldigde haar van het verspreiden van Hamas-propaganda. Hij benadrukte dat de focus zou moeten liggen op het bevrijden van gijzelaars en het ontwapenen van Hamas om de oorlog te beëindigen.
Na bijna 23 maanden oorlog is een groot deel van de Gazastrook verwoest en de bevolking wordt geconfronteerd met uithongering. De Verenigde Naties hebben gewaarschuwd voor de humanitaire crisis in de regio. Het blijft echter een uitdaging om tot een oplossing te komen en een einde te maken aan het conflict tussen Israël en Palestina.