Syrische veiligheidstroepen zijn begonnen met een grootschalige operatie in de Alawitische districten van de stad Homs, zo meldt het Syrische persbureau Sana. Deze districten zijn de thuisbasis van de Assad-dynastie, en de operatie is gericht op het opsporen van oorlogsmisdadigers, voortvluchtigen en personen die betrokken zijn bij misdaden en weigeren hun wapens in te leveren.
De operatie wordt uitgevoerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken in samenwerking met de militaire operatiedienst. De doelstellingen van de operatie zijn duidelijk gedefinieerd, en de inwoners van de districten Wadi al-Dahab en Akrama worden opgeroepen om in hun huizen te blijven en samen te werken met de strijdkrachten.
Volgens Rami Abdelrahman, directeur van de Syrian Observatory for Human Rights, is de operatie specifiek gericht op het zoeken naar voormalige leden van regeringsgezinde milities en deelnemers aan Alawitische protesten van vorige week. Deze protesten vormden een uitdaging voor de nieuwe leiding van Syrië, die sinds de val van het Assad-regime de dienstplichtigen en ex-soldaten vraagt om hun wapens in te leveren.
De Alawitische gemeenschap in Syrië heeft de afgelopen tijd te maken gehad met toenemende spanningen, vooral na een video die een aanval op een Alawitisch heiligdom in Noord-Syrië liet zien. Hoewel de authenticiteit van de video niet kon worden bevestigd, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken verklaard dat deze oud is en dateert uit de release van Aleppo begin december.
De veiligheidstroepen hebben eerder ook een operatie uitgevoerd tegen gewapende loyalisten van het Assad-regime in de kustprovincie Tartus, die bekend staat als een bolwerk van de Alawitische gemeenschap. Deze operatie volgde op dodelijke gevechten met schutters die banden hadden met het voormalige leiderschap.
De nieuwe Syrische autoriteiten hebben herhaaldelijk geprobeerd de minderheden in het land gerust te stellen en hen te verzekeren dat zij niet vervolgd zullen worden. Echter, de Alawieten blijven bezorgd over mogelijke represailles vanwege hun religieuze minderheidsstatus en hun relatie met de familie Assad.