Jerry Greenfield verliet onlangs de bekende Ben & Jerry’s Ice Cream Company, waar hij samen met medeoprichter Ben Cohen bijna een halve eeuw aan het roer stond. In een brief die op sociale media werd gedeeld door Cohen, legde Greenfield uit dat hij het bedrijf verliet omdat het zijn onafhankelijkheid had verloren na de overname door moederbedrijf Unilever.
Ben & Jerry’s staat al lang bekend om zijn sociale activisme. Sinds de oprichting in 1978 heeft het merk zich ingezet voor diverse maatschappelijke kwesties, waaronder de rechten van de LGBTKI+ -gemeenschap en de strijd tegen klimaatverandering. Greenfield gaf aan dat het niet langer in overeenstemming was met zijn waarden om te blijven werken voor een bedrijf dat Unilever had “tot zwijgen gebracht”.
Ondanks een overeenkomst die 25 jaar geleden werd gesloten om de sociale missie van het merk te beschermen, voelde Greenfield zich gedwongen om afstand te nemen van Ben & Jerry’s. Zijn vertrek markeert de nieuwste ontwikkeling in een reeks gebeurtenissen die begon in 2021, toen het bedrijf aankondigde te stoppen met de verkoop van ijsjes aan Israëlische nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem.
Eerder dit jaar beschuldigde Ben & Jerry’s Unilever ervan hen te hebben gevraagd om te stoppen met het publiekelijk bekritiseren van de Amerikaanse president Donald Trump. Desondanks werd de chief executive van het bedrijf, David Stever, in maart verwijderd uit Unilever.
In mei werd Ben Cohen gearresteerd tijdens een protest in het Amerikaanse congres tegen militaire hulp aan Israël en de humanitaire crisis in Gaza. De demonstranten verstoorden zelfs een hoorzitting van minister van Volksgezondheid Robert Kennedy, terwijl Cohen werd gearresteerd voor zijn deelname aan het protest.
Het vertrek van Jerry Greenfield uit Ben & Jerry’s markeert een keerpunt in de geschiedenis van het merk en werpt een nieuw licht op de obstakels waarmee activisten te maken krijgen binnen grote bedrijven.