Minstens 31 journalisten werden gedood in een Israëlische luchtaanval in Jemen, zoals gerapporteerd door een journalistieke NGO. De aanval vond plaats op een krantencomplex in Jemen en resulteerde in een tragisch verlies van mensenlevens. Volgens het rapport van de commissie om journalisten te beschermen was dit de meest dodelijke aanval op journalisten sinds het bloedbad in Maguindanao, de Filippijnen, 16 jaar geleden.
De aanval vond plaats op donderdag 11 september rond 16:45 lokale tijd. Het aantal gedode journalisten was hoog omdat veel van hen aanwezig waren in de kantoren van de krant op het moment van de aanval. De slachtoffers werkten voor media die geassocieerd waren met de Houthi.
De krant “26 september”, gepubliceerd door het leger, was de eerste die de namen van de slachtoffers van de aanval bekendmaakte. Volgens het Houthi-ministerie van Volksgezondheid vielen er in totaal 35 doden bij de aanval, waaronder journalisten, en raakten nog eens 131 mensen gewond.
De Israëlische strijdkrachten (IDF) verklaarden dat de aanval gericht was op het hoofdkantoor van het Houthi Public Relations, dat verantwoordelijk zou zijn voor het verspreiden van propaganda-berichten ten gunste van de Houthi. De aanval resulteerde in de vernietiging van de krantendrukkerij en archieven die decennia teruggingen.
Experts benadrukken dat zelfs als de media een propagandistisch mechanisme zijn, ze geen militair doelwit zouden mogen zijn. Sinds de Houthi Jemen controleert, opereren journalisten in het land onder druk, met meldingen van arrestaties van journalisten.
De oorlog in Gaza heeft ook een tol geëist op journalisten, met minstens 233 doden in de persruimte sinds oktober 2023. Het is een zorgwekkende trend die de persvrijheid en de veiligheid van journalisten over de hele wereld in gevaar brengt.