In het recente artikel van de Wall Street Journal wordt het schrijnende verhaal verteld van Ramez Souri, een orthodoxe christen die weigerde Gaza te evacueren en in plaats daarvan met zijn ouders naar de kerk ging. Dit ongehoorzame gebaar bracht hen in een gevaarlijke situatie, aangezien het gebied werd geteisterd door geweld en gebrek aan basisbehoeften zoals voedsel, water en veiligheid.
De Grieks-orthodoxe kerk van St. Porphyrius en de katholiek van de Heilige Familie in Gaza dienden als schuilplaatsen voor honderden christenen die de stad niet wilden verlaten. Onder hen waren kinderen, ouderen en mensen met een handicap, die de hulp en zorg van priesters en nonnen nodig hadden.
Ondanks de constante dreiging van Israëlische bombardementen en het toenemende geweld in de stad, bleven de christenen vastbesloten om in de kerken te blijven. Ze zagen de kerken niet alleen als heilige plaatsen, maar ook als de minst gevaarlijke optie in een stad die in brand stond.
Het verhaal van Edward Anton, een vader van drie, illustreert de dagelijkse angst en onzekerheid die deze gemeenschap doormaakt. Ondanks de bombardementen en verliezen zijn ze vastbesloten om te blijven en elkaar te steunen in deze moeilijke tijden.
De kerken, die ooit als toevluchtsoorden dienden, zijn nu doelwitten geworden van de intensiverende Israëlische bombardementen. Ondanks de beschadigingen en de risico’s blijven de christenen vastberaden om hun geloof te belijden en elkaar bij te staan in hun vastberadenheid om te overleven.
Het artikel werpt een schrijnend licht op de ondraaglijke omstandigheden waarmee de christenen in Gaza worden geconfronteerd, en benadrukt hun vastberadenheid om te blijven en elkaar te steunen in deze moeilijke tijden. Het roept vragen op over de menselijke kosten van het conflict en de wanhoop van degenen die nergens anders heen kunnen.






























































