In de westelijke provincie Herat tonen Gulam Mochindin en Nazo de graven van hun drie kinderen. Rachmat, Katan en Faisal Ahmad stierven binnen twee jaar aan ondervoeding. De moeder droomt ervan dat engelen haar kinderen dagelijks terugbrengen. De Sidai Cemetery, net buiten Herat, heeft honderden verse graven, waarvan tweederde klein en kinderlijk zijn. De VN spreekt van een “ongekende hongercrisis”, met meer dan drie miljoen kinderen in gevaar.
John Ailiev, hoofd van het World Food Program (WFP) in Kabul, benadrukt de dramatische afname van hulp en de toename van ondervoeding bij kinderen. De Taliban sluit vrouwen uit van onderwijs en werk, waardoor de situatie nog moeilijker wordt. Het regime van de Taliban drijft het volk in armoede, honger en dood, maar slechts weinigen lijken zich hier druk om te maken.
Armoede dwingt ouders om hun kinderen te voeden met brood gedoopt in thee. Sommige ouders geven hun kinderen zelfs gevaarlijke medicijnen om de honger te stillen, met desastreuze gevolgen voor hun gezondheid. Ziekenhuizen liggen vol met ondervoede kinderen die vechten voor hun leven, terwijl de Taliban de verantwoordelijkheid voor de hongersnood afschuift op sancties en internationaal isolement.
Met de winter voor de deur dreigt de crisis uit te groeien tot een diepgaande humanitaire ramp. Het World Food Program waarschuwt dat zonder nieuwe financiering het voedselprogramma in november zal eindigen. Ondanks deze urgente situatie lijken de graven van de kinderen in Herat nergens op te worden genomen. Het is een schrijnend voorbeeld van een humanitaire crisis waar weinigen over spreken, maar die desalniettemin levens eist en gezinnen verwoest.






























































