De voormalige Filippijnse president Rodrigo Duterte wordt geconfronteerd met aanklachten voor misdaden tegen de mensheid, zoals aangekondigd door de officieren van justitie van het Internationaal Strafhof (ICT). Deze aanklachten zijn gerelateerd aan zijn betrokkenheid bij minstens 76 moorden in verband met de “oorlog tegen drugs”.
De aanklachten tegen de 80-jarige Duterte werden opgesteld op 4 juli en werden later vrijgegeven. Hij wordt beschuldigd van drie verschillende zaken. Allereerst voor zijn rol als medeplichtige aan moorden gepleegd van 2013 tot 2016, toen hij burgemeester van Davao was. Daarnaast wordt hij ook beschuldigd van 14 moorden op “grote waardedoelen” in 2016 en 2017, toen hij president was. Tot slot wordt Duterte ook aangeklaagd voor 43 moorden tijdens operaties tegen vermeende druggebruikers en -handelaren tussen 2016 en 2018.
De officieren van justitie van het ICT stellen dat duizenden moorden systematisch werden gepleegd tijdens de periode die onder de aanklacht valt. Een arrestatiebevel werd uitgegeven tegen Duterte op 7 maart, waarbij hij werd beschuldigd van een misdrijf tegen de mensheid in verband met de 43 moorden. Op 11 maart werd hij gearresteerd in Manila en overgebracht naar Den Haag, waar hij sindsdien wordt vastgehouden door het ICT.
De aanklachten tegen Duterte werpen een schaduw over zijn politieke carrière en laten zien dat niemand boven de wet staat, zelfs niet voormalige staatshoofden. Het is belangrijk dat dergelijke misdaden tegen de mensheid worden onderzocht en berecht, om gerechtigheid te bieden aan de slachtoffers en hun families. Het is nu aan het Internationaal Strafhof om een eerlijk proces te garanderen en een uitspraak te doen in deze zaak.






























































