President Ursula von der Laien van de Europese Commissie heeft vandaag het voorstel aangevoerd om een leeftijd van leeftijd voor toegang tot sociale media vast te stellen. Verschillende EU-landen, waaronder Frankrijk en Denemarken, zijn van mening dat het tijd is voor een “digitale volwassenheid” voor toegang tot sociale netwerken. Deze landen geloven dat sociale media schade kunnen veroorzaken bij minderjarigen.
Het idee van het instellen van een minimale leeftijd voor toegang tot sociale media heeft internationaal de aandacht getrokken, vooral na de recente beslissing van Australië om de minimale leeftijd voor registratie op bepaalde sociale mediaplatforms op 16 jaar te stellen. President von der Laien heeft bevestigd dat de EU plannen heeft om een panel op te richten dat zal evalueren welke stappen op Europees niveau zinvol zijn.
De manier waarop deze verordening zal worden geïmplementeerd, is echter onderwerp van intens politiek debat. Het is nog niet duidelijk hoe de leeftijdsgrens voor toegang tot sociale media precies zal worden vastgesteld en gehandhaafd. Er moeten waarschijnlijk nog veel discussies en onderhandelingen plaatsvinden voordat er een definitief besluit wordt genomen.
Het is belangrijk om het welzijn van minderjarigen op sociale media te beschermen en ervoor te zorgen dat ze veilig en verantwoordelijk gebruik maken van deze platforms. Het instellen van een leeftijdsgrens voor toegang tot sociale media kan een stap in de goede richting zijn om dit doel te bereiken. Het is echter ook belangrijk om rekening te houden met de privacy en vrijheid van meningsuiting van gebruikers, ongeacht hun leeftijd.
Het is goed om te zien dat de Europese Commissie actie onderneemt om de kwestie van de toegang tot sociale media door minderjarigen aan te pakken. Door samen te werken met andere landen en internationale organisaties kunnen er effectievere maatregelen worden genomen om de veiligheid en het welzijn van jongeren op sociale media te waarborgen. Het is belangrijk dat dit onderwerp blijft worden besproken en dat er passende maatregelen worden genomen om de kwetsbare groepen te beschermen.





























































