Ursula von der Layen, voorzitter van de Europese Commissie, staat op het punt om voor de tweede keer binnen drie maanden geconfronteerd te worden met een censuurvoorstel. Ondanks toenemende kritiek lijken centrale leden van het Europees Parlement de voorkeur te geven aan stabiliteit boven een mogelijke omverwerping van haar leiderschap.
Verschillende leden van het Europees Parlement, waaronder zelfs leden van de centrum-rechtse Europese Volkspartij waar Von der Layen toe behoort, uiten steeds meer kritiek op haar leiderschap. Toch lijken zij het debat in het Parlement te gebruiken om hun zorgen te uiten in plaats van daadwerkelijk een censuurvoorstel te steunen.
Het is opvallend dat het EU-leiderschap zo snel na elkaar geconfronteerd wordt met censuurvoorstellen. Dit laat niet alleen de groeiende invloed zien van politieke extremiteiten die dergelijke processen gebruiken om onrust te veroorzaken, maar ook de zorgen in Brussel en de rest van Europa over het leiderschap van Von der Layen.
Om Von der Layen af te zetten, is een tweederde meerderheid van de stemmen in het Europees Parlement nodig. De partijen die het censuurvoorstel hebben ingediend, lijken echter niet genoeg steun te hebben om dit daadwerkelijk te laten slagen.
Verschillende politieke groepen, waaronder de socialisten, liberalen en Groenen, uiten nu ook hun ontevredenheid over de keuzes van Von der Layen. Er is kritiek op haar gebrek aan transparantie, haar aanpak van handelsovereenkomsten en haar beslissingen met betrekking tot Israël en Gaza.
Het lijkt erop dat Von der Layen steeds meer oppositie ondervindt, zelfs binnen haar eigen partij. Haar nauwe samenwerking met regeringen wordt door veel politici gezien als het omzeilen van het Europees Parlement. De uitkomst van het debat en de stemming volgende week zal duidelijk maken hoe groot de steun voor Von der Layen nog is binnen het Europees Parlement.