Nieuwe studies werpen licht op het bestaan en functioneren van bewustzijn, een fascinerend onderwerp waar wetenschappers al jarenlang naar streven om te begrijpen. Twee recente onderzoeken uitgevoerd door onderzoekers van de Ruhr Universiteit in Bochum richten zich op het evolutionaire doel van bewustzijn en welke inzichten vogels ons kunnen bieden over de oorsprong ervan.
In de afgelopen twee decennia is de belangstelling voor de wetenschap van bewustzijn aanzienlijk toegenomen. Een van de belangrijkste onopgeloste vragen is waar bewustzijn eigenlijk voor dient en waarom het überhaupt verschenen is. Het vinden van antwoorden op deze vragen is essentieel om te begrijpen waarom sommige soorten, zoals mensen, een bewust bewustzijn hebben ontwikkeld, terwijl andere dat niet hebben.
Een interessant aspect van het onderzoek is dat het zich richt op de hersenen van vogels. Dit voegt een belangrijk perspectief toe door te laten zien dat evolutie vergelijkbare functionele resultaten voor bewustzijn kan opleveren, zelfs als de fundamentele hersenstructuren verschillen. De onderzoekers, onder leiding van professoren Albert Neven en Honor Gudirkin, publiceerden hun bevindingen in het tijdschrift Philosophical Transactions of the Royal Society B.
Bewuste ervaringen hebben een grote invloed op ons dagelijks leven, variërend van momenten van plezier tot ongemak. We kunnen genieten van de warmte van de zon op onze huid of het getjilp van vogels horen en een gevoel van kalmte ervaren. Aan de andere kant kunnen we ook pijn ervaren, zoals een pijnlijke knie na een val of worstelen met aanhoudende pessimistische gedachten.
Neven en Montemayor beschrijven bewustzijn als bestaande uit drie vormen met verschillende doelen: fundamentele opwinding, algemene alertheid en reflectief zelfbewustzijn. De evolutie van bewustzijn begon met de fundamentele opwinding, die het lichaam alert maakt in levensbedreigende situaties en een overlevingsreactie veroorzaakt, zoals vluchten of immobiliteit.
De tweede fase is algemene alertheid, waardoor we ons kunnen concentreren op specifieke informatie binnen een stroom van prikkels. Dit stelt ons in staat om nieuwe associaties te leren en complexe verbanden te leggen. De derde en meest complexe fase is reflectief zelfbewustzijn, waarbij we over onszelf, ons verleden en onze toekomst kunnen nadenken.
Het onderzoek naar vogels laat zien dat ze mogelijk over fundamentele vormen van bewuste waarneming beschikken. Vogels vertonen opmerkelijke overeenkomsten met zoogdieren wat betreft zintuiglijk bewustzijn, neurobiologische grondslagen en manifestaties van zelfbewustzijn. Dit suggereert dat bewustzijn een ouder en wijdverspreider evolutionair fenomeen is dan eerder werd gedacht.
Kortom, de recente studies werpen nieuw licht op het bestaan en functioneren van bewustzijn, waarbij vogels ons belangrijke inzichten bieden in dit complexe fenomeen. Het onderzoek opent nieuwe perspectieven en draagt bij aan ons begrip van bewustzijn en de evolutionaire processen die daaraan ten grondslag liggen.





























































