Het Franse sportkledingbedrijf Decathlon wordt momenteel beschuldigd van het profiteren van dwangarbeid in China. Volgens de media, waaronder de documentaire Cash Investigation, wordt Decathlon ervan beschuldigd stoffen te leveren van Qingdao Jifa Group, een bedrijf dat verbonden is met gedwongen werk van de Oeigoeren in China.
Decathlon heeft gereageerd op deze beschuldigingen door te verklaren dat 100% van het katoen dat wordt gebruikt voor de productie van hun producten afkomstig is van bronnen die zich inzetten voor verantwoorde praktijken. Het bedrijf benadrukt dat zij elke vorm van gedwongen arbeid veroordelen en zich inzetten voor de naleving van fundamentele rechten in hun activiteiten.
De beschuldigingen komen op een moment waarop China een “anti-terroristische” campagne voert tegen de Oeigoerse minderheid in de provincie Xinjiang. Deze campagne heeft geleid tot onderdrukking en dwangarbeid van de Oeigoeren, volgens verschillende niet-gouvernementele organisaties en westerse enquêtes.
De Verenigde Staten hebben onlangs een wet aangenomen die de invoer van producten uit Xinjiang verbiedt, tenzij bedrijven kunnen aantonen dat hun productie niet gepaard gaat met dwangarbeid. Decathlon, als leverancier van stoffen uit China, zal waarschijnlijk onder druk komen te staan om transparanter te zijn over hun toeleveringsketen en de herkomst van hun materialen.
Al met al zijn de beschuldigingen tegen Decathlon een ernstige zaak die de aandacht vestigen op de complexe problemen van dwangarbeid en mensenrechten in de wereldwijde toeleveringsketen. Het is belangrijk voor bedrijven zoals Decathlon om verantwoordelijkheid te nemen en ervoor te zorgen dat hun producten ethisch worden geproduceerd.